Het emigratie dagboek Amerika van Dennis (2)

Aangezien ik weinig tijd heb en achter ga lopen met mijn dagboek, ga ik de dagen van 11 t/m 18 november hieronder samenklonteren tot één verhaal.

Maar dat is lang genoeg geworden, zoals je snel zult zien! Er valt dan ook genoeg te overpeinzen en te beleven...


Hoe de dagen vliegen

Ik had een auto gehuurd voor slechts vier dagen, denkende dat ik in die periode wel een eigen tweedehands auto zou kunnen kopen. Ik had voor mijn vertrek uitgebreid onderzoek gedaan naar de prijzen van auto's die ik leuk vond en dacht dat het allemaal wel mee zou vallen.

Dat bleek echter een compleet verkeerde inschatting... ik was op donderdag en vrijdag nog nauwelijks toegekomen aan het kijken naar een auto. Die dagen waren gevuld met het onhandig heen en weer rijden naar allerlei winkels in een poging om bijvoorbeeld een eigen computer met bijbehorende tafel, een lamp, beddegoed, kleerhangers, eten en drinken en allerlei ander klein maar belangrijk grut te kopen.

Misschien ben ik wat perfectionistischer dan de meeste mensen en deed daarom wat langer over de uiteindelijke aankoop, maar het hielp ook niet mee dat ik de weg niet kende en daardoor soms een kwartier zat te zoeken naar de juiste winkel. En als je die winkel dan eenmaal gevonden hebt, is die vaak zo enorm groot dat je weer tien minuten loopt te zoeken naar het product dat je wil hebben. Tel dat op bij het feit dat de winkels sowieso al niet naast de deur lagen en je dag is in een handomdraai omgevlogen.

Amerikaanse stijlen: niet echt Europees...

In het kader van de zoektocht naar o.a. het beddegoed, de lamp en de computertafel had ik nogal wat problemen omdat men in Amerika iets meer van, ehm, "klassiek" houdt dan in Nederland. Ik ben absoluut geen fan van veel van die zogenaamde "moderne kunst" die in Nederland zo hoog wordt aangeslagen, maar hier in Kentucky mogen ze hun modegevoel weleens vanuit de jaren '40 naar het heden verplaatsen!

De meeste lampen die ik zag zouden zo passen in een kamer van een 80-jarige oma, met allerlei frutsels en afgrijselijk verouderde designs, iets wat je in Nederland met goed fatsoen niet in je huis kunt zetten als je na 1940 geboren bent. Wat betreft het beddegoed houdt men hier blijkbaar van donkergroen en donkerrood fluweel met uitgebreide motieven erin gestikt, want dat was zowat alles dat ik kon vinden.

Uiteindelijk vond ik met de grootste moeite nog twee stellen beddegoed voor een betaalbare prijs die niet "klassiek" waren en meer bij mijn modernere stijl pasten. Ook vond ik uiteindelijk een redelijk eenvoudige en goedkope computertafel en er was zowaar één halogeenlamp die niet doorspekt was van frutsels en uitgebreide motieven.

Daar moet ik natuurlijk wel bij vermelden dat ik haast had en niet langer zocht dan strikt noodzakelijk, waardoor ik misschien een aantal dingen over het hoofd gezien heb. Ook ben ik alleen maar naar "department stores" geweest en niet naar speciaalzaken, waardoor de keuze wat beperkter was. Tenslotte kon een tafel of lamp dan wel mooi zijn, maar hij moest ook binnen mijn beperkte budget passen.

Hoewel mijn zicht dus wat beperkt was, heb ik ook sindsdien gemerkt dat men hier in Kentucky meer klassiek gericht is dan in Nederland. Waar men in Nederland soms iets teveel aan strak kubisme hecht, is men hier wat teveel gehecht aan designs die (naar Nederlandse normen en waarden) al minstens 30 jaar uit de mode zijn.

Architectuur: een vergelijking met Nederland

Daar staat tegenover dat ik absoluut onder de indruk ben van de prachtige bouwstijlen die ze hier in het oosten van de VS hanteren. Nederland wordt de laatste jaren jammer genoeg volgebouwd met zogenaamd moderne blokkendozen van huizen; huizen die helemaal vierkant zijn en niet eens meer een normaal dak hebben.

Het nadeel van die huizen is dat ze een modeverschijnsel zijn en niet de kwaliteit hebben tijdloos te zijn, een probleem dat Nederland over 20 jaar parten gaat spelen; let maar op mijn woorden. Kijk als voorbeeld eens naar het snel veranderende landschap van Limburg (ik heb zes maanden in Maastricht gewoond), waar in zo'n hoog tempo zoveel moderne blokkendozen neergezet worden, dat de historische significantie van de rustieke dorpjes op het punt van verdwijnen staat. (Dan kan men nog een voorbeeld nemen aan België, waar je nog echt afgelegen dorpjes kan vinden!)

Niemand wil namelijk straks meer in zo'n lelijk vierkant gebouw wonen als de mode verandert, en dan zitten we met honderdduizenden van die blokkendozen die we weer tegen de vlakte kunnen gooien of die verpauperen tot achterstandswijken. En dus moeten we nóg meer huizen volgens de laatste mode bouwen, totdat we in Nederland helemaal geen natuur meer overhouden.

Nee, dan de Amerikaanse bouwstijl! Tijdloos, uniek, en vooral erg fantasierijk. Men heeft hier de Victoriaanse stijl behouden, maar wel aangepast aan de moderne tijd. Zo zit ik hier nu in een appartementencomplex van drie hoog dat op de één of andere manier toch een eigen karakter heeft. Dit is geen uniform vierkant flatgebouw; nee, er staan grote pilaren voor de deur, er is hout gebruikt in de afwerking van het gebouw dat gedeeltelijk wit en gedeeltelijk lichtgrijs is geverfd. Het balkon is vierkant, ruim en overdekt; en als ik uit het raam kijk, zie ik heuvels en weilanden.

Voor het geval dat iemand zich afvraagt hoe dit met emigreren naar Amerika te maken heeft: dit zijn allemaal indrukken die ik in de eerste dagen opdeed en die mijn heen en weer vliegende emoties gedeeltelijk weergeven. Je gaat - bewust of onbewust - je nieuwe stekkie toch vergelijken met wat je gewend bent, en dan vallen je dit soort dingen op.

Het einde van het Chrysler-avontuur

Vrijdagavond ging ik met mijn roommate LeRoy en twee meiden naar de bioscoop; mijn eerste bezoek aan een Amerikaanse bios sinds jaren. Deze had minstens 20 zalen; ongelooflijk, wat een grote gebouwen dit zijn. We keken "The Incredibles", wat ik één van de leukste films van het jaar vond. Erg grappig en goed doordacht.

Afijn, na dus donderdag en vrijdag geshopt te hebben, moest ik zaterdag mijn Chrysler 300 inleveren. Maar ik had dus nog helemaal geen eigen auto! Ik was erachter gekomen dat je verplicht bent om een Amerikaans rijbewijs én een autoverzekering te hebben voordat je de auto koopt. Je Nederlandse rijbewijs is hier wel geldig (evenals het internationale rijbewijs), maar alleen zolang je in een auto rijdt waarvan je niet de eigenaar bent.

Ik besloot om een economy car te nemen voor een week, want de midsize (?!) Chrysler was wel fantastisch maar ook wat duur om te rijden voor een langere periode. Ik hoopte op een kleine Ford of Chevy, maar helaas kreeg ik een Toyota Corolla.

Niet dat ik iets tegen Toyota's heb, het schijnen de beste auto's op deze planeet te zijn qua benzineverbruik, betrouwbaarheid en stabiliteit; iets dat zowat iedere Amerikaan me op het hart drukte en iets dat ik ook al wist omdat ik zelf dik twee jaar in een Toyota van de zaak had gereden, maar niet iets wat ik wilde horen. Ik was in Amerika en dus wilde ik in een Amerikaanse auto rijden, hoe klein ook.

Helaas was me dat dus niet vergund. De Toyota reed irritant lekker, maar ik had niet dat Amerikaanse gevoel dat ik in die enorme Chrysler wel gevoeld had. Maar goed, eenmaal gewend was deze dag verder ook weer benodigd voor het onderzoek doen naar autoverzekeringen en het doen van de nodige inkopen.

Het eerste verjaardagsfeestje

's Avonds had ik mijn eerste verjaardagsfeestje, één van mijn Amerikaanse vrienden was jarig en ook ik was uitgenodigd. Ik reed voor het eerst naar hun huis en kreeg meteen de "grand tour", waarbij het me opviel dat het best wel een klein (maar fijn) huisje was. Maar goed, als je in de VS in het onderwijs werkt, zeker als starter, krijg je ook niet echt veel salaris. (Daar staat overigens tegenover dat je wel veel vakantiedagen krijgt... een unicum in de VS, waar 15 dagen per jaar het gemiddelde zijn.)

Ook viel me voor het eerst de Amerikaanse gewoonte op om elke kamer een andere kleur te geven, iets waar ik nog steeds aan moet wennen. Ik ben zelf gewend aan wat meer neutrale kleuren, maar veel Amerikanen houden net zoveel van felle kleuren als ze van klassiek meubilair houden. De eerste kamer die ik zag was dus rood, de volgende groen en de derde blauw. Ik moet er nog even aan wennen.

Het feestje zelf was gezellig, de mensen waren intelligent en (zeker voor het conservatieve Kentucky) verfrissend liberaal - maar ik had niet anders verwacht, gezien de liberale instelling van deze vrienden - en we konden het honderduit met elkaar eens zijn over de schande die George W. Bush heet. Dit zou wel anders zijn op het volgende feestje waar ik heen zou gaan, een week later... een ontzettend leuke tegenstelling in de verschillende vriendengroepen waar ik mee omga, want op deze manier kun je het verhaal van alle kanten horen. Maar daarover later meer.

We gingen uit eten naar een Thais restaurant, maar hoewel het eten best lekker was, was dit toch niet het Thai zoals ik dat kende (onder andere uit Washington DC). Die lekkere gerechten met de versgewokte groenten en scherpe sauzen serveerden ze hier niet. Na afloop nog terug naar het huis van mijn vrienden om daar nog tot na middernacht na te praten over de meest uiteenlopende onderwerpen.

Het leukste gesprek was wel dat over de ontbijtgranen, want één van de mensen die ik had leren kennen, was helemaal verzot op alle soorten Amerikaanse "cereal". Hij wist er ook echt veel vanaf en had ze bijna allemaal weleens gehad; kocht soms tot vier dozen per week. Ongelooflijk.

De zoektocht naar een eigen auto, plus handige tips

De week die daarop volgde, zondag 14 november t/m vrijdag 18 november, zijn het beste samen te vatten met: "zoektocht naar auto". En alles wat daarbij hoort. Ik zocht online op Autotrader.com en Automart.com en offline in lokale publicaties naar auto's die in mijn budget pasten en tegelijkertijd van goede kwaliteit waren.

Samen met mijn roommate vertrok ik op een avond naar wat hij een "ghetto dealer" noemde, een dealer die niet officieel aan een bepaald merk gelieerd is, maar gewoon tweedehands auto's opkoopt op een veiling en min of meer aan de straatrand verkoopt.

Ik reed die avond in een '98 Ford Taurus, een typisch Amerikaanse auto waarvan ik daltijd dacht dat ze best goed waren. Deze auto had echter een paar problemen, waaronder een electrisch raam dat niet open ging, een waarschuwingslampje dat niet uit wilde gaan, en - het ergste - een rem die aanvoelde als een spons.

De auto kostte maar $3700 inclusief belasting, maar ik had er geen zin in en had - na twee andere middelmatige ervaringen met vergelijkbare dealertjes - genoeg gehad van deze ritselaars. Het leek erop dat mijn maximale budget voor een auto (ongeveer $3500 all-in) niet haalbaar was; ik had me onder andere verkeken op de geadverteerde prijzen van de auto's, die altijd exclusief 6% belastingen en zg. documentatiekosten waren.

Mijn roommate raadde aan om een auto bij een particulier te kopen, zolang die maar alle papieren had en kon vertellen wanneer de laatste onderhoudsbeurt had plaats gevonden. Ik vond het idee dat ik zo'n auto kocht echter niet zo aantrekkelijk, omdat je op zo'n auto geen garantie krijgt.

Bij officiële dealers is dat echter wel anders (en trouwens ook bij die kleine dealertjes langs de kant van de weg); daar krijg je meestal minstens een 30 dagen/1000 mijl garantie, en vaak zelfs een 90 dagen/4000 mijl garantie. Deze garantie is wel beperkt, maar het behoed je in ieder geval voor kosten als de motor er na een week ineens uitvalt of als achteraf, na aankoop, toch blijkt dat er een bestaand probleem met de auto over het hoofd is gezien.

Vanaf dat moment ging ik dus alleen nog maar langs bij officiële dealers, maar helaas zijn die dunner gezaaid en dus ben je langer onderweg. En bovendien hoeft een officiële dealer ook zeker niet een betere ervaring te bieden dan een vage autoverkoper langs de kant van de weg, zoals ik al snel ondervond.

De foute manier om mij een auto te verkopen

Eén van de eerste dealers die ik bezocht, was een Ford dealer in downtown Louisville. Ik was nog geen seconde uit mijn auto gestapt toen ik al werd aangesproken door een verkoper - iets dat me vaker zou overkomen - die me vriendelijk allerlei informatie wilde ontfutselen die ik niet meteen weg wilde geven. (Het is dodelijk om al meteen bekend te geven wat je aan je auto wilt uitgeven, bijvoorbeeld.)

Ik was afgekomen op een advertentie die ik online had gevonden, maar de auto in kwestie was al verkocht. Ook hierbij raad ik achtzaamheid op: een fout die ik in eerste instantie maakte, was dat ik meteen naar de dealer reed zonder eerst vooraf telefonisch na te vragen of de auto in kwestie nog wel aanwezig vast. Veel auto's die online te koop staan, zijn niet meer dan lokkers om je naar de dealer te krijgen, waarna men je een andere auto probeert aan te smeren.

Het nadeel van vooraf telefoneren is wel, dat de dealer je nummer meteen heeft - ook in de VS heeft men nummerherkenning. Bepaal dus vooraf goed wat je belangrijker vind: langer onderweg zijn of je telefoonnummer bekend maken aan de dealer.

In dit geval wist de dealer mijn nummer dus niet en ik zag geen interessante auto's in mijn prijsrange, dus ik wilde eigenlijk weg. Nou, vergeet het maar! Ik had matig interesse getoond in een Ford Focus die eigenlijk best in orde was, maar die stonk naar sigarettenrook. Voor mij is dit een no-no, want ik hou absoluut niet van auto's waarin is gerookt.

Ik wilde dus weggaan, maar de verkoper vroeg me nog even naar binnen met de belofte dat hij zou kijken of hij wat aan de prijs kon doen. Toen ik eenmaal in de stoel zat, kwam hij echter aan met een blaadje waarop hij wat "noodzakelijke gegevens" wilde noteren - mijn naam, adres, telefoonnummer, welke prijsrange... eigenlijk alle informatie die ik absoluut niet wilde prijsgeven.

Ik gaf hem mijn voornaam, maar niet mijn achternaam (in Amerika kan men via je achternaam al je creditrating achterhalen); en de resterende gegevens wilde ik ook niet geven. Nou, toen had ik het gedaan! Hij vertrok naar een achterkamertje en kwam drie minuten later terug met zijn manager, die me dezelfde vragen ging stellen.

Deze manager kwam duidelijk wat minder vriendelijk over, en zelfs intimiderend. Er kwam geen lach vanaf, hij begon gewoon dezelfde vragen te stellen. Toen ik weer weigerde, kreeg ik een kwade blik en begon hij wat andere vragen te stellen die ik me nauwelijks kan herinneren. Het kwam er uiteindelijk na meerdere weigeringen van mijn kant op neer, dat hij doorkreeg dat dit niet werkte en begon vriendelijker te worden.

Hij vroeg me of ik de Focus interessant vond, waarop ik iets in de trant van "mwah" zei, en toen zat ik meteen vast aan een proefrit met de verkoper. Ik begon door te krijgen hoe ze hier werkten en onderhand ook een beetje lol in het spelletje te krijgen, dus ik stemde toe en reed ruim 20 minuten met de auto rond.

De auto was prima in orde, maar de stank van de rook zat me behoorlijk dwars. Ik meldde dat bij terugkomst ook en kreeg allerlei toezeggingen over hoe dat er wel uitgehaald zou worden; maar toen gooide hij er de onschuldige vraag tussen hoeveel ik bereid was voor de auto te betalen als hij helemaal in orde was, en daar trapte ik met mijn stomme hoofd in. Ik noemde een prijs en kreeg die na een dramatische twijfeling natuurlijk ook, op voorwaarde dat ik de auto vandaag nog zou kopen.

Ik kreeg allerlei verwachtingsvolle blikken, maar toen meldde ik dat ik eerst maar eens de Carfax (een historierapport van een onafhankelijke instantie) van de auto wilde zien en dat ik later die dag wel terug zou komen - immers, het bod was niet dat ik onmiddellijk de auto zou moeten kopen; nee, het bod was vandaag - toen keken ze zuur. En het was pas 12 uur 's middags, dus ik had nog tijd zat.

Uiteindelijk konden ze dus niet anders dan me laten gaan, en ik nam er een behoorlijk genoegen in om te zien dat ik deze opdringerige verkopers veel tijd had gekost en aan het eind toch niet in hun val was getrapt.

Ik ging naar huis, checkte de Carfax - niets mis met de auto - maar besloot uiteraard dat dit niet de auto was die ik wilde kopen. Ook checkte ik de prijs van de auto op Autotrader.com - en wat bleek? Ze hadden tegen me gelogen over de prijs! De aanvangsprijs die ze me noemden lag maar liefst $2000 hóger dan de prijs op het Internet, en het uiteindelijke bod dat ik had gedaan lag maar $1500 lager dan de prijs die op het internet stond. Resultaat: in plaats van een voordeel van $3500, bleek mijn voordeel slechts $1500 te zijn.

Maar dat was nog niet het einde van het verhaal. Ik ging ook naar Edmunds.com en checkte daar de dealerwaarde van een vergelijkbare Ford Focus, en die prijs bleek slechts $200 hoger te liggen dan het bod dat ik had gedaan! Mijn uiteindelijke voordeel was dus slechts $200, waardoor de deal dus lang niet meer zo interessant was al hij bij de dealer leek.

Ik ging die dag naar nog een paar andere dealers, die heel wat minder opdringerig waren, maar ik had mijn lesje wel geleerd. Eerst alle informatie opzoeken die je kunt vinden over de auto in kwestie, en over de waarde van vergelijkbare auto's van hetzelfde merk en type; nooit bij je eerste bezoek je achternaam en contactinformatie achterlaten; en nooit een bod accepteren waar een tijdslimiet aan gesteld wordt.

Een plan van aanpak

Bij de dealers die ik vanaf nu bezocht, liep ik elke keer net zo lang rond over het terrein totdat er vanzelf een verkoper naar me toekwam; op die manier namen zij het initiatief en niet ik. Ik parkeerde simpelweg mijn auto voor hun neus en begon vervolgens met het geïnteresseerd rondkijken naar auto's waar ik absoluut geen interesse in had, ondertussen stiekem zoekend naar een juweeltje waar ik mezelf langzaam naartoe kon kletsen.

Dat werkt uitstekend: in 100% van de gevallen had ik binnen letterlijk één minuut een verkoper aan mijn zijde, die ik een verhaal ophing over hoe ik een betrouwbare, redelijk kleine auto zocht die ook nog eens zuinig met benzine was. Dit was natuurlijk allemaal waar, met als voordeel dat als je richting een bepaald type auto gaat neigen in een gesprek met zo'n verkoper en daarbij ook nog eens een jaartal noemt (ik zei steeds "uit 1998 of 1999"), dan weet men wel ongeveer wat je zoekt zónder dat je meteen hoeft te zeggen hoeveel je te besteden hebt.

Je zult zien dat je op die manier toch steeds uitkomt bij de auto die je al vanuit je ooghoeken had gezien. Ik veinsde regelmatig interesse in auto's die ik absoluut afgrijselijk vond, gewoon om de verkoper maar langs alle opties te laten lopen. Ik vroeg dan na afloop, of er nog meer was, en dan gingen we doodleuk naar de volgende auto.

Uiteindelijk kom je dan bij de auto die je eigenlijk naderbij wil bekijken (dat duurt echt nog geen vijf minuten) en dan is de verkoper blij dat je eindelijk eens wat meer interesse toont in een auto, nadat hij twee of drie keer het deksel op z'n neus heeft gekregen.

Dit werkt allemaal prima, maar het kost ook wat tijd, waarbij het niet helpt dat de dealers zover uit elkaar liggen (regelmatig een half uur rijden). Proefritten kosten daarnaast ook tijd, evenals het gesprek met de verkoper over een eventueel interessante auto. Immers, ik moet wel weten wat hun onderhandelingsuitgangspunt is en ik moet ook voor mezelf kunnen bepalen of ik met de verkoper in kwestie een goede discussie kan aangaan. En het helpt ook niet dat ik nogal perfectionistisch ben en dus altijd een nóg betere auto wil vinden, zelfs als de huidige een goede is.

En zo ging deze week veel te snel ten einde en begon ik peentjes te zweten over het feit dat ik maar geen auto kon vinden waar ik vertrouwen in had. En ook begon ik peentjes te zweten over het feit dat ik m'n Amerikaanse rijbewijs nog niet had. Maar dat zou allemaal even moeten wachten: morgen, zaterdag, was het tijd om mijn eerste gast uit Nederland te ontvangen...

Terug naar de AllesAmerika.com homepage